De Tweede Kamer werkt aan herziening van het pensioenstelsel. Een van de afspraken is dat het aantal werkenden zonder pensioenopbouw wordt teruggedrongen. Volgens recente cijfers van de Sociaal-Economische Raad (SER) biedt ongeveer tien procent van de werkgevers geen aanvullende pensioenregeling aan. De SER en andere partijen hebben daarom als doel om het aantal werknemers in loondienst zonder pensioenregeling binnen vijf jaar te halveren. In 2025 vindt een tussenevaluatie plaats. Als de halvering niet volgens schema verloopt, stellen de sociale partners voor een nationale pensioenplicht te onderzoeken.
Informatieplicht bij geen pensioen
Om de ambitieuze doelstelling te halen, heeft minister Schouten (Pensioenen) toegezegd een aantal van de voorgestelde maatregelen op te nemen in de nieuwe pensioenwet. Werkgevers zonder pensioenregeling krijgen de wettelijke plicht om hun werknemers via loonstrook hierover te informeren. Om een pensioenregeling voor kleine en startende werkgevers makkelijker te maken, gaan de sociale partners in overleg met pensioenuitvoerders voor de ontwikkeling van een basispensioenregeling. Het is de bedoeling dat het voor kleinere en startende werkgevers eenvoudiger wordt om een pensioenregeling aan te bieden.
Cao-aanbeveling
Nog dit najaar brengen werkgevers en werknemers, verbonden in de Stichting van de Arbeid (Star), een cao-aanbeveling uit. Sectoren zonder pensioenregeling worden opgeroepen dit serieus te onderzoeken en te overwegen. Sectoren waar wel een pensioenregeling is, worden opgeroepen om uiterlijk in 2024 te bezien of het mogelijk is meer werknemers pensioen op te laten bouwen. Bijvoorbeeld door vrijwillige toetreding eenvoudiger te maken en werkingssferen en domeinomschrijvingen te actualiseren en waar mogelijk te verruimen.
Verklaringen
Voor het feit dat zo’n grote groep werknemers zonder aanvullend pensioen zit, geeft de Nederlandsche Bank (DNB) een paar verklaringen. Ten eerste zijn in jonge sectoren (nog) niet altijd cao-partijen als brancheorganisaties of vakbonden actief. Elke onderneming zal dan zelf een regeling moeten overeenkomen. Ten tweede ligt er ook in sectoren waar wél een cao-partij actief is niet altijd een akkoord voor een pensioenregeling. Dit is ook voornamelijk het geval in jonge sectoren.
Ten derde hadden werkenden met bepaalde contractvormen in de periode van deze studie soms geen of niet direct aanspraak op pensioenopbouw. Zo geldt er voor uitzendkrachten een wachttijd. Payrollwerknemers hebben sinds begin 2020 recht op dezelfde pensioenregeling als werknemers in vaste dienst in dezelfde sector, maar daarvoor was dat niet het geval. Ten vierde melden niet alle werkgevers zich aan bij het in hun sector verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfonds. Vaak is dit het geval in bedrijfstakken waar veel kleinere bedrijven actief zijn en de doorstroming groot is.
Stappenplan
De SER heeft voor werkgevers zonder pensioenregeling een stappenplan gemaakt waarmee ze in zes stappen tot een regeling kunnen komen.
Heb je advies nodig over de beste pensioenoplossing voor jouw bedrijf? Bij Sigma werken uitsluitend specialisten, die steeds de juiste juridische-, economische- en productkennis op zak hebben. We zijn altijd dichtbij en spreken jouw taal. Neem vrijblijvend contact met ons op voor meer informatie.